Helaas is het bij politici en sommige professionals niet anders. In de politiek klinken anti-ADHD geluiden als gevolg van de gestegen ziektekosten in de GGZ en het toegenomen gebruik van ADHD medicatie. Te kort door de bocht wordt ouders verweten dat ze hun kinderen niet goed opvoeden.
Onlangs las ik in het onderstaande artikel in de Telegraaf dat psycholoog Laura Batstra, onderzoeker en docent aan de Rijksuniversiteit Groningen, de anti-ADHD hetze schaamteloos voedt:
Batstra's beschuldiging dat de farmacie adhd omschrijft als een hersenziekte om de verkoop van medicijnen als Ritalin, Concerta, Medikinet en Equasym op te drijven en er daarom belang bij heeft dat de diagnose ADHD wordt gesteld, stelt vele psychiaters, die deze medicatie op een weloverwogen wijze voorschrijven, onderbouwd d.m.v. wetenschappelijk onderzoek en professionele richtlijnen, in een kwaad daglicht. Ik vind de stellingname van collega Batstra te ongenuanceerd en polariserend. Met haar kanttekeningen t.a.v. de medicamenteuze behandeling van ADHD gaat ze als psycholoog in ieder geval haar boekje te buiten, omdat het buiten haar deskundigheidsgebied valt.
Hoog tijd dus voor meer nuance in het ADHD debat! In het mei-nummer van het vaktijdschrift De Psychiater vond ik het onderstaande artikel van prof. Vermeiren en Arga Paternotte, dat de benodigde nuancering aanbrengt:
Tenslotte verwijs ik naar de eerdere bijdrage in Psychotopics waarin het artikel aan bod kwam dat in 2011 verscheen in het tijdschrift Medisch Contact om stelling te nemen tegen het idee dat ADHD een modediagnose zou zijn en de bijgaande video.