vrijdag 25 juni 2010

Beoordelen Wilsonbekwaamheid

Als er overgegaan wordt tot een expliciete beoordeling dan zijn er vier criteria van wilsbekwaamheid. Een cliënt is volledig wilsbekwaam bij een beslissing wanneer hij
voldoet aan deze criteria. Het minst wilsbekwaam is hij wanneer hij alleen aan het eerste criterium – of zelfs dit niet – voldoet.

De criteria zijn:
1. Kenbaar maken van een keuze
2. Begrijpen van relevante informatie
3. Beseffen en waarderen van de betekenis van de informatie voor de eigen situatie
4. Logisch redeneren en betrekken van de informatie in het overwegen van behandelopties (KNMG modelrichtlijn, Van Wet naar Praktijk – p. 92).

Wanneer een expliciete beoordeling van wilsbekwaamheid overwegen?
– Als de cliënt herhaaldelijk een antwoord geeft dat niet past bij de vraag
– Als de emotie niet past bij het antwoord
– Als de cliënt steeds opnieuw om herhaling van (delen van) de informatie vraagt
– Als een cliënt meteen toestemming geeft zonder dat je de indruk hebt dat het de cliënt helemaal duidelijk is waarvoor hij toestemming geeft
– Als een cliënt een onderzoek of behandeling weigert waarbij je de indruk hebt dat de weigering niet weloverwogen is
– Als de cliënt zich verzet, is de vraag aan de orde of de cliënt een keuze uit of slechts ondervonden hinder aangeeft
– Als de cliënt ongebruikelijke argumenten hanteert bij het instemmen of weigeren van onderzoek of behandeling.

Uiteraard hoeft in deze gevallen niet direct te worden overgegaan tot het expliciet beoordelen van de wilsbekwaamheid. De signalen kunnen echter aanwijzingen zijn om toetsing van de wilsbekwaamheid te overwegen, als het gedrag van de cliënt of de beslissing ernstige gevolgen heeft.

Vuistregels bij de beoordeling van wilsbekwaamheid:
Beoordeel de wilsbekwaamheid ter zake.
1. Dit houdt in dat de wilsbekwaamheid voor iedere beslissing wordt beoordeeld en eventueel – afhankelijk van de gestelde diagnose – herhaald wordt beoordeeld.
2. In geval van behandelingsbeslissingen moet een duidelijke aanleiding bestaan om de bekwaamheid expliciet te beoordelen. Men moet de vooronderstelling van wilsbekwaamheid hanteren.
3. Men mag nooit genoegen nemen met het vaststellen van een diagnose als antwoord op de vraag naar wilsbekwaamheid. Met andere woorden: de diagnose dementie betekent niet automatisch dat een cliënt wilsonbekwaam is.
4. De zorgvuldigheidseisen van een beoordeling van beslisvaardigheid komen hoger te liggen naarmate er meer van de besluitvorming afhangt. Naarmate een beslissing belangrijker is, dat wil zeggen potentiële gevolgen heeft voor de gezondheid, zowel in de zin van winst als van risico’s en belasting van ingrepen, moeten er hogere eisen aan de beslisvaardigheid worden gesteld (proportionaliteitsprincipe).
CBO richtlijn Dementie, p. 72­73).

Lees meer over beoordelen van wilsonbekwaamheid ...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Geef hier uw reactie op dit blogbericht: